Peter Roos werd in 1991 directeur van de Roos Groep en in ‘92 nam hij het bedrijf over van zijn vader. Het bedrijf was destijds half zo groot en over een zogenoemde CEO werd toen nog niet gesproken. Met zijn team is hij hard gaan werken om richting de honderd medewerkers en de 25 miljoen omzet te gaan. Hij blikt graag terug op zijn periode bij Roos en deelt mooie verhalen over alle ontwikkelingen en hoe alles tot stand is gekomen.

KAN JE ONS SPECIFIEK MEENEMEN NAAR HET MOMENT DAT JE DE ROOS GROEP VAN JE VADER HEBT OVERGENOMEN?
Vanaf 1979 werkte ik bij Roos waar ik begon als uitvoerder in België en later ook in Nederland. In ‘88 heb ik de zand- en grindhandel in Zuidland overgenomen en die is later nog geïntegreerd in de Roos Groep. Toen zat ik één of twee dagen in de zand- en grindhandel en de rest als projectleider op de werven. Vervolgens is er van ‘79 tot ‘91, dus in twaalf jaar tijd, de groeiperiode geweest waarin ik naar mijn functie als directeur toegewerkt heb. Dirk Adriaensen is toen directeur geworden van België en ik van Nederland.

HOE STOND HET BEDRIJF ER DESTIJDS VOOR?
Toen ik het overnam stonden we er redelijk voor; Het was geen top bedrijf, maar het was ook geen slecht bedrijf. Net nadat ik het had overgenomen, nam ik twee grote werken aan waarvan een in ’93 in Moerdijk. Vervolgens ging die klant failliet en kon hij de rekening dus niet betalen. De ander wilde fietspaden in de buurt van Nijmegen plaatsen en ook die ging failliet. Eindstand, ik had de Roos Groep net overgenomen en betaald en ik had twee grote klanten – samen voor 4,5 ton in guldens – die beide failliet gingen.

HOE HEB JE HET TIJ TOCH WETEN TE KEREN?
Gewoon hard werken, lange dagen maken en veel wakker liggen. Die weken waren voor mij toch wel zeker tussen de 70 en de 90 uur aan de bak. Ook deed ik zaterdag ’s morgens veel calculaties voor boeren en andere dingen, waarna ik zaterdagmiddag om drie uur de poort kon sluiten.

WAT IS DAN UITEINDELIJK ÉCHT HET KANTELPUNT GEWEEST WAAROP JE MERKTE DAT HET GROTER BEGON TE WORDEN, FINANCIEEL, QUA GEVOEL EN QUA WERKEN?
De betonmarkt in Nederland groeide en daar zijn wij wel in meegegroeid. We zijn daar ook wel, ik zou niet zeggen marktleider, maar binnen Nederland wel een goede tweede geworden. De markt gaf destijds die ruimte en die mogelijkheid hebben we omarmd. Ik heb van alles geprobeerd en er zijn tal van dingen mislukt, maar er zijn ook heel veel dingen goed gegaan. Wel vond ik die dingen proberen belangrijk, want ook dat heeft ervoor gezorgd dat we hier nu staan.

HOE HEB JE OP DIE STIJGENDE VRAAG INGESPEELD?
We hebben heel veel gedaan met het ouderwetse marketingverhaal; adverteren, snel bouwen van een website en noem het maar op. Verder is het ook belangrijk geweest dat we overal probeerde om kwalitatief zo goed mogelijk werk te leveren. Ook het nakomen van onze afspraken heeft een belangrijke rol gespeeld, want daarom wilde onze klanten bij ons terugkomen. Hoofdzakelijk is het dus de service en flexibiliteit geweest.

WAT WAREN DE MEEST DRASTISCHE ONTWIKKELINGEN DIE ER HEBBEN PLAATSGEVONDEN?
Een daarvan waren de twee mobiele betoncentrales die we hadden. Het begon bij een centrale die ik heel goed kon verhuren en daarom had ik er nog een bijgekocht. Toen hebben we jaren met die betoncentrales gewerkt en op een gegeven moment konden we de beton goedkoper kopen dan dat we het zelf konden maken. Daarom heb ik die centrales stilgezet en de eerste aan Rusland verkocht en de tweede tien jaar later ook de deur uit gedaan. Het mooie is dat we nu die markt weer betreden, maar dan wel met kleinere centrales.

WAT VOND JE VAN JOUW PERIODE ALS DIRECTEUR IN ZIJN ALGEMEENHEID?
De eerste jaren waren heel intensief en druk wat ook heel veel zorgen met zich meebracht, maar de laatste jaren werd dat al wat minder. Dat komt mede doordat Tom erbij kwam en het managementteam veel beter klopte dan in het verleden. Een grote verandering vond plaats in 2011, want toen hebben we Arendonk verkocht en zijn België en Nederland bij elkaar op één kantoor gaan zitten. Dat heeft wel een heleboel verbeteringen opgeleverd, want het communiceren werd ineens een stuk makkelijker. In de plaats van twee aparte eilanden, was het na die samenvoeging meer een geheel geworden. Dat is denk ik wel de grootste verandering geweest.

WAT IS HET MOMENT DAT JE HET MEESTE IS BIJGEBLEVEN IN DE AFGELOPEN JAREN?
Na de crisis in 2008/ 2009 hadden we een paar hele slechte werken en toen hebben we afscheid moeten nemen van een grote groep medewerkers in België. Ik heb toen in totaal een vijftiental medewerkers moeten ontslaan en dat heeft een hele grote impact op mij gehad.

WAT VOOR MOOIS IS JE BIJGEBLEVEN?
Een van de mooiste dingen vond ik het moment dat Tom hier kwam werken. Zeker, omdat je dan écht een toekomst als familiebedrijf hebt. Verder hoort in dit rijtje ook het moment dat we de beslissing hebben genomen om ons kantoor van Nieuw-Vennep naar Bladel te verplaatsen. En natuurlijk alle uitbreidingen, zoals de aankoop van de Nijverheidsstraat. Dat was een mooie kans voor ons en ik ben ook blij dat die zich voorgedaan heeft. Kortom, heel veel mooie momenten en herinneringen.

WAAR BEN JE HET MEEST TROTS OP?
Op de mensen. We hebben een hele stabiele club die hier al heel lang werken, maar ook een hele stabiele club met jonge mensen die er net ingestroomd zijn.

WAT MAAKT DE ROOS GROEP EEN MOOI BEDRIJF?
Wederom de mensen. Verder zijn we ook heel divers, want we hebben de betonwegenbouw in Nederland, betonwegenbouw in België, het zagen en kitten bij speciale technieken, het GMR gedeelte bij de gladheidsbestrijding en de betoncentrales van Betongeleverd.nl. Er is geen dag hetzelfde. Dat vind ik heel leuk, terwijl andere misschien liever achter de lopende band staan. Bij ons hoor je over het algemeen wel dat onze medewerkers die afwisseling juist zo leuk vinden.

HEB JE NOG TOEKOMSTPLANNEN?
Vooral plannen voor mijn vrije tijd, maar ook bij de Roos Groep heb ik nog plannen. Ik ga me namelijk bezighouden met de innovatieve aspecten van het bedrijf. Zo wil ik me gaan richten op de duurzaamheid, CO2-reductie, motoren van de betonmachines, etc. Kortom, ik blijf nog een paar jaar wat in het bedrijf doen. Voor de rest wil ik veel op vakantie en proberen te genieten. Tot slot sta ik ook open om start-ups te helpen die gecoacht willen worden of gebruik willen maken van mijn kennis binnen het vak of op bedrijfskundig niveau. Echter ben ik dit nog niet actief aan het zoeken, want ik vind dat zoiets op je pad moet komen.